De ontslagnemende werknemer moet voortaan maximaal 13 weken opzegtermijn naleven
Werknemers, zowel bedienden als arbeiders, die hun ontslag geven vanaf 28 oktober 2023, hebben nog maar een maximale opzegtermijn van 13 weken na te leven. Hebt u een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur en wilt u weggaan bij uw werkgever? Dan geldt de volgende opzegtermijn.
Anciënniteit | Opzeg door de werknemer |
---|---|
minder dan 3 maanden | 1 week |
vanaf 3 tot 6 maanden | 2 weken |
vanaf 6 tot 12 maanden | 3 weken |
vanaf 12 tot 18 maanden | 4 weken |
vanaf 18 tot 24 maanden | 5 weken |
Van 2 tot 4 jaar | 6 weken |
Van 4 tot 5 jaar | 7 weken |
Van 5 tot 6 jaar | 9 weken |
Van 6 tot 7 jaar | 10 weken |
Van 7 tot 8 jaar | 12 weken |
vanaf 8 jaar of meer | 13 weken |
Tabel conform artikel 37/2, § 2 van de Arbeidsovereenkomstenwet
Einde van het eenheidsstatuut
Sinds de invoering van het befaamde eenheidsstatuut gelden voor arbeiders en bedienden vanaf 2014 dezelfde berekeningen voor de opzegtermijn. De vastgelegde eengemaakte opzegtermijnen stijgen evenredig met de anciënniteit. Nieuw is nu dat er een bovengrens is zodat de opzegtermijn maximaal 13 weken bedraagt bij ontslag door de werknemer.
Voor wie voorafgaand aan 2014 bij zijn werkgever aan de slag was, was er een overgangsregeling. Die regeling berekende de opzegtermijn als een optelsom van twee delen. Het eerste deel werd berekend op basis van de anciënniteit opgebouwd tot het einde van 2013 en wel volgens de vroegere regels. Het tweede deel werd berekend op basis van de anciënniteit vanaf 1 januari 2014, met als basis de eengemaakte opzegtermijnen.
Geen discussie meer over opzegtermijn
De dubbele berekening kan echter tot discussies leiden en daarom schrapte een wetswijziging deze dubbele berekening. Een opzegtermijn mag voortaan enkel bepaald worden volgens de regels uit het eenheidsstatuut. De opzegtermijn kan dus nooit meer langer zijn dan 13 weken, ook als de werknemer van voor 2014 in dienst was. Er is geen discussie meer en ook geen onderscheid meer of de werknemer nu arbeider is of hogere bediende. Deze gelijkschakeling kan als gevolg hebben dat er een kortere opzeggingstermijn geldt voor de werknemer die ontslag neemt.
Voor werknemers die voor 28 oktober 2023 hun ontslag hebben gegeven, blijven de vroegere regels gelden.
Voor werkgevers die ontslag geven, blijven de vroegere opzegtermijnen gelden. Wel wordt nu uitdrukkelijk verduidelijkt dat bij opzeg door de werkgever van een hogere bediende, een op 31 december 2013 geldig bestaande clausule over de opzegtermijn wel degelijk geldt. De nieuwe wetgeving beëindigt discussies hieromtrent.
Een akkoord over een opzegvergoeding of over een kortere opzegtermijn is in bepaalde gevallen mogelijk. Hebt u vragen hierover, of wenst u een professioneel advies, neem dan contact op met advocaat Pascale Wijns van Legisto.