De buitengewone kosten in het familierecht - een stand van zaken

08-04-2025

Op 22 april is het 6 jaar geleden, dat het KB buitengewone kosten werd ingevoerd. Welke zijn de gebruikelijke discussies, sinds de invoering van het KB en hoe worden ze opgelost? Een overzicht.

Het grote voordeel aan het KB, is dat er een standaardsysteem is, met een standaardlijst voor de gebruikelijke medische kosten, studiekosten en kosten verbonden aan de persoonlijke ontwikkeling van kinderen (of meerderjarigen, die nog niet financieel onafhankelijk zijn van hun ouders).

De gebruikelijke lijst van kosten kan worden uitgebreid, bv. met: GSM-kosten, zakgeld, kosten voor de kapper, voor kledij, "gewone" medische kosten als een dokters- of tandartsbezoek, … Dit zijn dus kosten die normaal niet inbegrepen zijn.

De discussie over wat precies een buitengewone kost is en de verschillende omschrijvingen en lijsten die rechtbanken voorheen gebruikten, is daarmee principieel beslecht.

Het KB voorziet in een afrekening om de drie maanden, waarbij terugbetalingen van de mutualiteit of verzekering, dan wel overheidssteun in mindering wordt gebracht (bv.: schooltoeslag die jaarlijks bovenop het groeipakket wordt betaald, dan wel studiebeurzen). Beide ouders maken zo'n afrekening en het verschil wordt dan terugbetaald. Dit is ook een goed werkend systeem (alleszins in theorie: de concrete afrekening baart soms nog kopzorgen).

Zoals steeds dragen ouders ten slotte principieel bij "naar evenredigheid van hun middelen" in de buitengewone kosten, net zoals voor de "gewone" onderhoudsbijdrage. Als de éne ouder dubbel zo veel verdient als de andere, moet deze 2/3 van de kosten dragen en de andere 1/3.

De discussie over de modaliteiten van buitengewone kosten, is met het KB evenwel niet opgelost. In principe is een voorafgaand overleg en akkoord nodig, over zowel de opportuniteit van een kost (bv.: mag een kind op kot gaan?), als de hoogte van een kost (bv.: hoeveel mag dat kot dan kosten?). Dat zorgt natuurlijk nog steeds voor discussies.

Geraken ouders er onderling niet uit, kan de rechter oordelen dat de buitengewone kost toch verschuldigd is, ondanks het gebrek aan overleg of akkoord, in geval van hoogdringendheid of noodzaak van een kost. Vooral of er "noodzaak" is aan een bepaalde buitengewone kost, is vaak een erg feitelijke en dus moeilijk voorspelbare discussie.

Zeker niet alle discussies zijn sinds 2019 dus van de baan – in zoverre dat praktisch gezien overigens mogelijk zou zijn.

Een mogelijk alternatief is de zgn. kindrekening. Dit systeem wordt vaak toegepast wanneer ouders nog goed overeenkomen en elkaar vertrouwen. Het groeipakket of een vaste maandelijkse bijdrage wordt erop gestort en een bepaald aantal kosten wordt ervan betaald (in principe dus de lijst van het KB, al dan niet uitgebreid). De Familierechtbank kan een kindrekening ook afschaffen, als één van beide ouders (of zelfs beide ouders), deze niet correct gebruiken.

Een ander alternatief, wanneer er net geen vertrouwen meer is of de communicatie tussen ouders moeilijker loopt, is een vaste bijdrage voor de buitengewone kosten. Dit kan eerder willekeurig gebeuren, in functie van de leeftijd van de kinderen een bepaalde bijdrage vragen (bv.: 50 of 100 euro per maand), of door een gemiddelde voor de buitengewone kosten te berekenen, op basis van de uitgaven van de voorgaande jaren. Dit systeem komt vaker voor, als kinderen hoofdzakelijk of zelfs uitsluitend bij één van beide ouders verblijven, die dan zulke vaste bijdrage vraagt.

Samengevat zijn er heel wat verschillende mogelijkheden en modaliteiten om buitengewone kosten correct af te rekenen en vereist elk dossier een aanpak op maat.